Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Meer tijd indienen verzoek tot definitieve vaststelling binnen Tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19

Home » Meer tijd indienen verzoek tot definitieve vaststelling binnen Tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19

Meer tijd indienen verzoek tot definitieve vaststelling binnen Tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19

Er is een wijziging van de Regeling tegemoetkoming voor land- en tuinbouwondernemers COVID-19 gepubliceerd. Met deze wijziging wordt de termijn waarbinnen de gedupeerde teler een verzoek tot definitieve vaststelling van de tegemoetkoming kan indienen verlengd.
Voor ondernemers in de sierteelt- en voedingstuinbouw wordt de uiterste datum van indiening gewijzigd van 31 augustus 2020 in 31 oktober 2020. Voor telers van fritesaardappelen was de uiterste datum van indiening 15 september 2020 en deze datum wordt ook 31 oktober 2020.

Reden voor de verlenging van de termijn is dat de werkzaamheden die een accountant dient te verrichten alvorens een onderneming tot een aanvraag tot vaststelling van de tegemoetkoming kan overgaan, nader met de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants en sectoraccountants worden uitgewerkt. Tegelijk moet worden geborgd dat ondernemingen voldoende tijd hebben om de noodzakelijke bewijsstukken te verzamelen.

Over de regeling

De Regeling tegemoetkoming voor land- en tuinbouwondernemers COVID-19 heeft de vorm van een omzetschaderegeling met een budget van € 600 miljoen. De regeling is voor bedrijven in de genoemde sectoren die te maken hebben met een forse omzetdaling. Tegelijkertijd kan de sector een teelt en oogst niet zomaar stilleggen. Daardoor hebben bedrijven te maken met doorlopende vaste lasten, maar ook met doorlopende productiekosten. Uitgangspunt is dat de eerste 30% van de omzetderving voor ondernemers is en de overheid de resterende 70% van de schade voor een aanzienlijk deel compenseert.

Fritesaardappeltelers krijgen een compensatie voor de hoeveelheid fritesaardappelen die zij nog in opslag hebben. De vergoeding geldt voor aardappelen die dit seizoen niet meer verwerkt kunnen worden tot frites en bedraagt 40% van de gemiddelde marktwaarde van de periode september 2019 tot en met februari 2020. In totaal is hier € 50 miljoen voor beschikbaar.