Het kabinet heeft een grote investering aangekondigd om de woningbouw in Nederland te versnellen. In totaal wordt € 3,4 miljard beschikbaar gesteld voor infrastructuur en gebiedsgerichte maatregelen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van 273.000 nieuwe woningen. Deze investering draagt bij aan het doel om jaarlijks 100.000 woningen bij te bouwen en zorgt voor een goede bereikbaarheid en ontsluiting van nieuwe woongebieden.
Van het totaalbedrag gaat € 2,5 miljard naar de aanleg van infrastructuur zoals wegen, fietspaden, tunnels en tramlijnen die nieuwe woonwijken bereikbaar maken. Dit budget wordt verdeeld over twee categorieën: € 1,3 miljard voor Woningbouw op Korte termijn, waarbij de schop vóór 2030 in de grond gaat en ongeveer 145.000 woningen worden gerealiseerd voor 2034. Daarnaast krijgen 17 bestaande nationaal grootschalige woningbouwgebieden een extra impuls van € 1,2 miljard voor 44 infrastructurele maatregelen. Voorbeelden zijn de regionale doorfietsroute Veluwewaalpad tussen Arnhem en Nijmegen en de Merwedelijn voor Utrecht.
Aanvullend stelt het kabinet € 877 miljoen beschikbaar via het Gebiedsbudget voor noodzakelijke gebiedsgerichte maatregelen. Deze middelen zijn bestemd voor maatregelen zoals bodemsanering, water- en bodemmaatregelen, oplossingen voor netcongestie, investeringen in openbare ruimte en het verplaatsen van bedrijvigheid. Het Gebiedsbudget is van toepassing op de 17 bestaande en 4 nieuwe nationaal grootschalige woningbouwgebieden (Alkmaar, Apeldoorn, Enschede/Hengelo en Helmond).
Het kabinet kiest voor spreiding van investeringen over het hele land, inclusief Caribisch Nederland, met extra aandacht voor gebieden waar de druk op de woningmarkt het hoogst is. De middelen uit zowel het infrastructuurbudget als het Gebiedsbudget dragen samen bij aan de bouw van ongeveer 128.000 woningen tot 2035. Voor alle rijksbijdragen moeten nadere afspraken over kaders en randvoorwaarden worden gemaakt met gemeenten tijdens de Bestuurlijke overleggen Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) in november. Bij de beoordeling wordt getoetst op haalbaarheid, uitvoerbaarheid en effecten op netcongestie, stikstofruimte, financiën en benodigde capaciteit.
