Drentse gemeenten ontvingen in de periode 2017-2022 de meeste subsidie per inwoner. Ook gemeenten in Overijssel en Gelderland kregen relatief veel subsidie. De provincies Drenthe, Overijssel en Gelderland behoren tot de grootste subsidieverstrekkers, afgezet tegen het aantal inwoners. Naast de omvang van het provinciale subsidiebudget, wat in de invloedsfeer ligt van de subsidieverstrekkers, verklaart de mate van stedelijkheid een deel van de verschillen tussen gemeenten. Dit is een factor aan de ontvangerszijde. Stedelijke gemeenten kregen twee keer zo veel subsidie per inwoner als niet stedelijke gemeenten. Dit blijkt uit een gezamenlijke analyse van subsidiebureau Ignite Group en onderzoeksbureau Ipsos I&O op basis van openbare subsidiebronnen.
Nederlandse gemeenten ontvingen in totaal ruim 3,3 miljard euro subsidie tussen 2017 en 2022.[1] Het gaat hierbij om subsidies die zijn aangevraagd door gemeenten. Subsidies die door bedrijven en instellingen binnen de gemeente zijn aangevraagd, vallen hier dus buiten. Bij de subsidies zijn bijdragen uit het Gemeentefonds en specifieke uitkeringen (SPUK’s) niet meegerekend.
[1] Ten opzichte van onze publicatie in juni 2024 is er 400 miljoen euro bijgekomen door mutaties die met terugwerkende kracht zijn doorgevoerd in de registratie van subsidieverstrekkers.
Drentse gemeenten koploper
De Drentse gemeenten ontvingen per inwoner de meeste subsidie in deze periode: 290 euro per inwoner (tabel 1). Ook gemeenten in Overijssel en Gelderland ontvingen naar verhouding relatief veel subsidie (respectievelijk 252 en 250 euro per inwoner). De positie van deze gemeenten is te danken aan het feit dat de provincies Drenthe, Overijssel en Gelderland de meeste subsidie per inwoner verstrekten (tabel 2). Van de Drentse gemeenten springen met name Emmen (446 euro per inwoner), Hoogeveen (415 euro) en Borger-Odoorn (396 euro) eruit. Zo heeft Emmen grote subsidies verworven van de provincie Drenthe voor de ontwikkeling van Greenwise Campus (6 miljoen), het Regiostedenfonds (4,5 miljoen) en voor het regionaal instrumentarium van de Regiodeal Zuid- en Oost-Drenthe (4,3 miljoen).
Een belangrijke disclaimer bij deze cijfers is dat we (nog) niet over een volledige opgave van de verstrekte subsidies door de provincies Flevoland en Groningen beschikken. Het subsidiebedrag per inwoner zal in deze provincies in werkelijkheid dus hoger liggen.
Tabel 1 – Waar gaan subsidies naartoe?
Subsidies verstrekt aan gemeenten 2017-2022, per provincie
Tabel 2 – Waar komen subsidies vandaan?
Subsidies verstrekt door provincies 2017-2022
* Nog geen volledige opgave van verstrekte subsidies.
Stedelijke gemeenten ontvangen twee keer zo veel subsidie als landelijke gemeenten
Landelijk gezien ontvangen sterk stedelijke gemeenten met 224 euro per inwoner de meeste subsidie, op de voet gevolgd door zeer sterk stedelijke gemeenten (206 euro). De balans is voor niet stedelijke gemeenten het minst gunstig: naar rato verwerven zij de minste subsidie. Per inwoner ontvangen deze gemeenten de helft van de subsidie van stedelijke gemeenten (tabel 3).
Jan Baake, senior consultant bij Ignite Group licht toe: “We zien dat stedelijke gemeenten relatief meer subsidie verwerven dan kleinere, landelijke gemeenten. Een mogelijke verklaring is dat grotere gemeenten over meer capaciteit beschikken om subsidies binnen te halen. Bovendien is er voor sommige subsidies een bepaalde schaalgrootte nodig die alleen in de grotere steden haalbaar is.”
Laurens Klein Kranenburg, senior onderzoeker bij Ipsos I&O, vult aan: “Steden hebben doorgaans meer uitdagingen op het gebied van wonen, werken, mobiliteit en veiligheid dan dorpen. Hier staat meer geld in de vorm van subsidies tegenover.”
Tabel 3 – Subsidies verstrekt aan gemeenten 2017-2022, naar stedelijkheid
Het patroon dat stedelijke gemeenten meer subsidie verwerven, wordt bevestigd als naar een vergelijkbare maatstaf – het inwonertal – wordt gekeken. Er ligt een duidelijke breuk bij 100.000 inwoners. Vanaf dat punt loopt het subsidiebedrag per inwoner sterk op. De vier grootste gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) ontvangen dan weer iets minder subsidie per inwoner dan de grote steden met 150.000 tot 250.000 inwoners (tabel 4).
Tabel 4 – Subsidies verstrekt aan gemeenten 2017-2022, naar grootteklasse
Veel variatie in subsidiebedragen voor gemeenten tot 200.000 inwoners
Zoals in figuur 1a te zien, is er zeker geen recht evenredig verband tussen het aantal inwoners en het subsidiebedrag per inwoner. Er is veel spreiding te zien in de subsidiebedragen die gemeenten van een vergelijkbare omvang ontvangen, met een aantal duidelijke uitschieters naar boven en beneden.
Figuur 1a – Subsidiebedrag per inwoner verstrekt aan gemeenten 2017-2022, naar inwonertal
(gemeenten tot 200.000 inwoners)
Eindhoven en Tilburg doen het beter dan Groningen en Almere
Opvallend is dat de Brabantse steden Eindhoven (439 euro per inwoner) en Tilburg (316 euro) relatief veel subsidie verwerven, meer dan Groningen (165 euro) en Almere (121 euro), die ongeveer evenveel inwoners tellen. Het feit dat er veel subsidie naar de Brabantse steden gaat, komt voor een belangrijk deel doordat de provincie Noord-Brabant tot de grootste subsidieverstrekkers behoort (zie tabel 2).
Waar worden subsidies aan besteed?
De grootste subsidies die Eindhoven ontving, zijn bedoeld voor de verbetering van de wegenstructuur van het Brainport Park (25,5 miljoen), een zonnepanelenproject in Zuidoost-Brabant (15 miljoen) en een biomassaproject (11,6 miljoen).
Als we specifieker inzoomen op de vier grote steden (de G4-gemeenten), zien we dat Utrecht (294 euro per inwoner) de meeste subsidie binnenhaalt. Amsterdam en Rotterdam ontlopen elkaar niet veel, met respectievelijk 225 en 214 euro per inwoner. Den Haag blijft hier met 122 euro duidelijk bij achter (figuur 1b).
Figuur 1b – Subsidies verstrekt aan gemeenten 2017-2022, naar inwonertal (bedrag per inwoner)
(gemeenten met 200.000+ inwoners)
Verantwoording
Deze analyse is uitgevoerd op basis van gegevens over subsidieverleningen uit openbare bronnen. Het gaat om subsidies die zijn verstrekt aan gemeenten door provincies, ministeries en Europese instellingen in de periode 2017 tot en met 2022. Bijdragen uit het Gemeentefonds en specifieke uitkeringen (SPUK’s) zijn buiten beschouwing gelaten. Voor het Gemeentefonds geldt een landelijke verdeelsleutel op basis waarvan gemeenten een uitkering ontvangen.
Voor de gemeente-indeling is uitgegaan van de indeling van het CBS per 1 januari 2023, toen Nederland 342 gemeenten telde. Voor de data geldt dat we ons hebben gebaseerd op openbare bronnen. We hebben geprobeerd om zo volledig mogelijk te zijn, maar we zijn afhankelijk van de informatie die door de subsidieverstrekkers is gepubliceerd.
Over Ignite Group
Ignite Group is een groot en groeiend onafhankelijk adviesbureau met meer dan 190 gedreven specialisten. Wij ondersteunen ondernemers, overheid en onderwijsinstellingen bij het waarmaken van hun ambities. Met een totaalpakket aan diensten en producten zorgen wij ervoor dat onze klanten alle subsidiekansen optimaal benutten. Dit doen wij op basis van meer dan 25 jaar ervaring in de sector. Wij beschikken over de grootste subsidiedatabase in Europa, en verzorgen subsidietrajecten voor tal van grote en kleine bedrijven.
Over Ipsos I&O Publiek
Ipsos I&O Publiek is hét onderzoeksbureau voor maatschappelijke vraagstukken. Wij voorzien overheden en publieke organisaties van betrouwbare onderzoeksuitkomsten die inzicht en handelingsperspectief bieden. Samen met onze opdrachtgevers zetten we ons in voor een welvarend, veilig, gezond, democratisch, mobiel en duurzaam Nederland.
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Jan Baake (senior consultant Ignite Group), Ron Coenen (commercieel directeur Ignite Group) of Laurens Klein Kranenburg (senior onderzoeker Ipsos I&O Publiek).