Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Investeringsfonds Value8 timmert hard aan de weg

Home » Investeringsfonds Value8 timmert hard aan de weg

Eind 2007 stopte Peter Paul de Vries (42) als directeur van de Vereniging Effecten Bezitters (VEB). Zijn vaak harde strijd tegen bestuurders van multinationals leverde hem het imago op van een moderne Robin Hood. Na een radiostilte van driekwart jaar liet De Vries zich eind 2008 plotseling van een heel andere kant zien. Hij nam een slapend beursfonds over dat hij onder de naam Value8 transformeerde naar een investeringsmaatschappij. Naast investeren in een eigen portfolio helpt investeringsfonds Value8 zelf genoteerd aan Euronext – ook bij de begeleiding van kleine en middelgrote bedrijven naar een eventuele beursgang. Nu, ruim anderhalf jaar later, wordt Value8 dat ondertussen negen personen telt en meer omzet haalt uit financiële dienstverlening dan uit zijn investeringsportefeuille – aan de beurs als een groot succes gezien. In 2009 was het aandeel van participatiemaatschappij Value8 goed voor een koersstijging van 331 procent.

Hoe kwam je erbij om een investeringsmaatschappij op te starten?

‘Ik heb altijd geweten dat ik niet m’n hele leven belangenbehartiger zou blijven. Ik ben al sinds m’n vijftiende belegger. Ik zat op m’n kamer tussen stapels jaarverslagen op een leeftijd dat anderen singletjes draaiden. Dus het moest een keer gebeuren. Het bijzondere was: mijn vertrek bij de VEB viel vlak na het allereerste begin van de financiële crisis. En toen zich medio 2008 plotseling een kans voordeed om een beursgenootschap ΓÇô Exendis – over te nemen, was dat eigenlijk twee, drie jaar te vroeg. Maar tegen de prijs van dat moment zou ik het nooit meer krijgen, dus nu moest ik het doen. In september 2008 hebben we de deal rond kunnen maken.’

Dat was op het hoogtepunt van de crisis, vlak voor de val van Lehman Brothers. Werd je niet voor gek verklaard?

‘Dat kun je wel zeggen. Tussen de val van Fortis en die van Lehman zaten twee weken en precies in die periode hebben wij onze deal wereldkundig gemaakt. Dat leek misschien waaghalzerij, maar het was een mooie kans.’

Je bracht je aandelenbelang in het medische bedrijf Glengowan in, plus een bedrag van zeven ton. Ik neem aan dat je dat niet bij elkaar gespaard had van je VEB-salaris?

‘Ik ben niet een slechte belegger en daarnaast heb ik geen voorkeur voor dure auto’s en kaviaar. Dus dan blijft er iets over. Daarnaast heb ik als privépersoon ook direct in bedrijven geïnvesteerd. Overigens; het is toch niet zo vreemd als je tegen die tijd enig vermogen hebt opgebouwd?’

Het zwaartepunt bij participatiemaatschappij Value8 is inmiddels verschoven naar corporate finance-activiteiten en deals. Is dat niet wat vreemd voor een investeringsmaatschappij?

‘Iemand van de Belgische krant De Financieel Economische Tijd vroeg me wat ons business model was. Ik zei: “We hebben geen business model.” Wij zijn een kleine, jonge organisatie met een grote wendbaarheid en een makkelijke grootaandeelhouder (De Vries zelf). Dus kunnen wij op basis van de opportunities die komen ons model aanpassen. In corporate finance in het kleine en middelgrote segment is veel te doen en daarin kunnen wij een goede boterham verdienen. We kunnen bedrijven ook echt helpen tegen bedragen en percentages die ze bij een ander niet krijgen. Als je een grote instelling kiest, betaal je mee aan overhead, grote kantoren en traagheid.’

Wat onderscheidt Value8 van andere kleinere partijen in de markt? Is dat niet vooral de reputatie van Peter Paul de Vries?

‘Nou, die werkt inderdaad als een magneet op deals. Ik denk dat mensen een aantal dingen van ons verwachten: snelheid, het feit dat we iets voor elkaar kunnen boksen voor ze en ik denk ook het vertrouwen dat ze bij ons geen oor aan krijgen genaaid, wat op veel plaatsen wel gebeurt. Vervolgens weten mensen dat er bij ons veel kennis zit over de beurs, en volgens mij geloven beleggers dat wij hun belangen daadwerkelijk serieus nemen.’

Hoe doe je dat?

‘Door gewoon hard te werken. Ook in de weekends en ook ‘s avonds.’

Dat zegt iedereen. Ik zou daar als aandeelhouder geen genoegen mee nemen.

‘Ja, maar lang niet iedereen doet het ook. Ons investeringsfonds is klein, dus om schaal te krijgen en rendement te maken, moeten we slimme dingen doen. We pakken kruimels op die anderen laten liggen en proberen daarmee zodanig goed om te gaan dat ze in waarde gaan groeien, op de lange termijn. Pas over vier jaar ΓÇô als onze eerste vijf jaar om zijn ΓÇô kun je daar iets over zeggen. En daarnaast kunnen we een prima boterham verdienen in de dienstverlening.’

Voorlopig gaat het op de korte termijn erg goed, met een rendement over 2009 van 331 procent. Dat is krankzinnig en wederom te wijten aan je reputatie.

‘Ja, we kregen zelfs een prijs van NYSE Euronext. Die heb ik met een grote glimlach in ontvangst genomen en gezegd: “Ik ben hier vooral omdat dit waarschijnlijk de laatste keer is dat we zo in de prijzen vallen.” Wij willen bouwen aan waarde, we doen dat op de lange termijn en we willen eigenlijk niet dat de koers daarop vooruit loopt. Het woord ‘koerswaarschuwing’ is afkomstig van ons. We hebben er het afgelopen anderhalf jaar drie afgegeven, omdat we geen opgeblazen koers willen en overspannen verwachtingen. Overigens heeft het gewerkt ΓÇô de koers is redelijk tot rust gekomen.’

Even over de bedrijven die jullie in portefeuille hebben: die zijn heel verschillend. Van een producent van zonnepanelen in Spanje, een bedrijf in medische hechtingssystemen tot een producent van educatieve computergames. Wat is de ratio daarachter?

‘We zijn op zoek naar groei. En het is inderdaad heel divers. Dat is denk ik de luxe van deze periode, dat we onszelf de tijd kunnen geven om focus aan te brengen. Want op termijn zal er wel meer lijn in moeten komen. Wat wel zo is: aan de meerderheid van onze investeringen zit een duurzaam aspect.’

Is dat waar je heen wilt? Een investeringsfonds in duurzame bedrijven worden?

‘Nou dat gaat wat ver. Het rendement staat voorop en ik ben geen geitenharen sokkentype. Maar ik geloof in duurzame energie. Als je ziet hoe lang deze aardbol bestaat en hoeveel jaren we af zijn van het moment waarop duurzame energie een volstrekt concurrerende energiebron wordt, dan maakt het mij niet uit of dat in 2010, 2015 of 2020 gebeurd; ik vind dat gewoon een geweldige sector. Net als internet overigens. Als je ziet hoe een bedrijf als Binck binnen tien jaar een van de grootste effectenorder-bedrijven van Nederland is geworden, dat is spectaculair. Bestaande bedrijfsmodellen worden in hoog tempo vervangen en wij kijken naar bedrijven die snel op dergelijke ontwikkeling kunnen inspelen.’

Waar wil je straks staan, na die eerste vijf jaar?

‘Uuhh. Misschien stiekem wel Midcap. Maar misschien is dat dan nog iets te vroeg. Ik hoop eigenlijk vooral dat wij over vijf jaar nog steeds evenveel spirit en snelheid hebben als nu. En ik kan me niet voorstellen dat we dan geen hele goede rendementen halen’

Kan ik volgen, maar wederom kan ik er als belegger niet veel mee. Waar staat u over vier jaar, mijnheer de Vries, en wat is mijn rendement dan?

‘We gaan het beter doen dan de beurs; minimaal tien procent rendement per jaar, en dat zou ik conservatief vinden. Als er dus projecten langs komen die tien procent opleveren, dan doen we die niet. Want we moeten ook mogelijke tegenvallers kunnen herbergen. Overigens kom ik momenteel niet veel ontevreden investeerders en aandeelhouders tegen.’

Jullie willen bedrijven naar de beurs gaan brengen. Al enig idee wanneer de eerste aan de beurt is?

‘Eind 2011 willen we wel een aantal bedrijven naar de beurs hebben gebracht. Maar ik denk dan eerder aan externe kandidaten die we gaan begeleiden, dan aan de bedrijven in onze portefeuille. Die moeten nog een paar stappen maken voor ze zover zijn. Maar bij een aantal van hen is zeker interesse.’

Waarom moet een klein of middelgroot bedrijf naar de beurs? Er zijn recent enorme verliezen geleden, en je krijgt met pottenkijkers te maken. Sinds 2005 zijn er meer bedrijven van de beurs gehaald dan andersom.

‘In mijn ogen moeten ze het vooral niet doen als ze het niet willen. Maar er zijn grote voordelen verbonden aan een beursnotering. Je zichtbaarheid wordt enorm vergroot, wat je marketinginspanningen ten goede komt. En je geloofwaardigheid wordt groter. Als ik in Parijs kom, kennen ze Peter Paul de Vries niet meer. Maar als listed company nemen ze ons daar wel serieus. Het is nog steeds een kwaliteitsstempel. En het is al helemaal goed voor het aantrekken van kapitaal. De kapitaalmarkten zitten redelijk dicht voor eigen vermogen. Private equity bestaat nog wel, maar likt zijn wonden. Als je groeiplannen hebt, kun je als genoteerde onderneming overnames betalen in aandelen; je kunt dus je groeiplannen realiseren. Stel nou dat er 400 bedrijven zijn die daarvoor in aanmerking zouden komen, dan zou misschien zo’n 10 procent daarvan ΓÇô 40 bedrijven ΓÇô daar echt baat bij hebben. Dat vind ik nog steeds een groep die groot genoeg is om me actief mee bezig te houden.’

Wanneer is een bedrijf klaar voor de beurs?

‘Je moet geld verdienen, minimaal tussen de tien en twintig miljoen waard zijn en een groeiplan hebben.’

Hoe selecteer je de bedrijven waar je in stapt? Op jullie website las ik dat de kwaliteit van het management doorslaggevend is. Hoe bepaal je de kwaliteit van het management?

‘Als iemand een consistent en begrijpelijk verhaal houdt waarom hij iets anders en beter kan dan anderen. Als-ie dat efficiënt kan organiseren en we geloven dat hij dat kan, dan zijn we al ergens. Maar als-ie vervolgens in een dure Ferrari wegrijdt, dan weet ik het niet. En als-ie altijd op vakantie is, gaan we ook twijfelen. En als-ie weinig business heeft, maar een prachtig kantoor, wekt dat ook argwaan. Het is een proces dat werkt met red flags. En ik moet zeggen dat ik wel houd van het conservatieve, zuinige type dat meer waarmaakt dan hij belooft.’

Wat als een onderneming in jullie portefeuille in zwaar weer komt? Grijpen jullie dan hard in, als een echte participatiemaatschappij?

‘Het kan best zijn dat je een keer moet bijsturen. Wat heel belangrijk is, is dat een onderneming snel cash-flow-positief draait. Vanaf dat moment is er rust en kun je maatregelen nemen die de waan van de dag overstijgen. En dan kun je mee gaan denken. Misschien wordt er maar met drie van de twintig producten geld verdiend, dus focus op die drie. Of moet er een joint-venture komen met een partij die voor jou gaat verkopen. Je zit niet op de stoel van de ondernemer, maar je denkt wel mee.’

Maar in een ernstig geval moet misschien wel tien procent van de werknemers ontslagen worden. Dan blijft er van het Robin Hood-imago van Peter Paul de Vries maar weinig over.

‘Wij zitten niet in bedrijven met 100-200 mensen, dus voorlopig acht ik die kans klein. Maar inderdaad, zoiets kan gebeuren. Weet je, bij alles geldt dat je tegenslagen moet kunnen incasseren. En dat moet dat zogenaamde imago van mij dan ook maar. Ik ben er niet bewust mee bezig en ik heb geen spin doctors. Het belangrijkste is dat je authentiek bezig bent, en fouten maken hoort daarbij. Bij de VEB heb ik ook fouten gemaakt. Ik moest eens de vraag beantwoorden wat mijn grootste fout was geweest in mijn VEB-tijd. Ik mailde hem door naar mijn (toen nog VEB-)collega Gerben Hettinga en die stuurde binnen vijf minuten een mailtje terug met mijn tien grootste blunders. Maar de leden hebben altijd gedacht: De Vries zet zich voor mij in.’

Over vijf jaar zijn jullie als alles goed gaat een stuk groter?

‘Nou, voor zover ik kan overzien is bij ons het zonnekoningengedrag nog niet ingetreden. Ik ben omringd met mensen die niet zullen aarzelen mij te vertellen wat ze denken. En over onze omvang: Uiteindelijk zitten wij aan dezelfde straat als Waterland Private Equity. En het is nog altijd zo dat zij Juventus zijn en wij Cambuur. We gaan dit jaar overigens wel voor een periodetitel.’