De Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid ondergaat vanaf 2026 belangrijke wijzigingen in de uitkeringsvorm. Zowel de CDOKE-basisfinanciering als de CDOKE voor specifieke plannen krijgen een andere financieringsstructuur, waarbij gemeenten hun beleids- en bestedingsvrijheid behouden.
In de septembercirculaire van 16 september 2025 zijn de bedragen per gemeente voor de uitvoeringsmiddelen voor 2026 bekendgemaakt. Alle gemeenten ontvangen basisfinanciering, en gemeenten die ook planfinanciering krijgen, ontvangen het totaalbedrag inclusief deze planfinanciering. De belangrijkste verandering is dat de middelen in 2026 niet langer via een Speciale Uitkering worden uitgekeerd, maar via een decentralisatie-uitkering.
Naar verwachting wordt deze decentralisatie-uitkering vanaf 2027 vervangen door een bijzondere fondsuitkering, die het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties momenteel ontwikkelt. In beide gevallen worden de middelen rechtstreeks aan het gemeentefonds uitgekeerd, waardoor gemeenten hun autonomie in beleid en besteding behouden. Onder de BFU zal er wel een vorm van labelling en verantwoording gelden, maar de precieze invulling hiervan is nog onbekend.
Voor de CDOKE voor specifieke plannen geldt dat de tijdelijke regeling niet meer wordt geopend. Het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten werken momenteel uit hoe er vanaf 2026 uitvoeringsmiddelen op basis van plannen kunnen worden aangevraagd. Gemeenten die in 2024 of 2025 planfinanciering hebben toegezegd gekregen, kunnen op deze middelen blijven rekenen tot het plan is afgerond (mits voor 2030) of tot de maximale termijn van 2030 is bereikt.
Deze wijzigingen passen in de bredere trend van het kabinet om specifieke uitkeringen om te zetten naar fondsuitkeringen, met als doel administratieve lasten te verminderen terwijl gemeenten meer vrijheid krijgen in de besteding van middelen voor klimaat- en energiebeleid.