Het kabinet werkt aan een flinke verbetering van het subsidie-instrumentarium voor collectieve warmte. In een recente Kamerbrief benadrukt minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) dat collectieve warmte een sleutelrol gaat spelen in de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Volgens het kabinet is het voor ongeveer een derde van alle gebouwen de goedkoopste manier om te verduurzamen – en bovendien essentieel om het elektriciteitsnet te ontlasten en lokale warmtebronnen te benutten.
Met de Wet collectieve warmte (Wcw), die nu in de volgende fase van behandeling is, komt er meer duidelijkheid en zekerheid voor eigenaren van gebouwen, gemeenten, warmtebedrijven en andere betrokken partijen. Dit versnelt niet alleen de uitrol van warmtenetten, maar maakt het ook eenvoudiger om collectieve warmteprojecten op te schalen. Belangrijke randvoorwaarden, zoals investeringssubsidies en een mogelijke relatieve prijsgarantie, worden verder uitgewerkt om de betaalbaarheid voor eindgebruikers te borgen.
Het kabinet kijkt daarnaast kritisch naar de huidige subsidieregelingen. Investeringssubsidies zoals de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) zijn bedoeld om de kosten van aanleg en aansluiting van warmtenetten te verlagen. Tegelijkertijd worden de voorwaarden en het aanvraagproces onder de loep genomen, zodat deze beter aansluiten bij de dagelijkse praktijk van warmtebedrijven en gebouweigenaren. Ook de mogelijkheden om subsidies voor inpandige kosten – zoals de ISDE, SVVE en SAH – te bundelen, worden onderzocht om het voor verschillende typen verbruikers eenvoudiger te maken om ondersteuning aan te vragen. De SDE++ blijft daarnaast een belangrijk instrument voor zowel bestaande als nieuwe collectieve warmtesystemen, met aandacht voor verdere vereenvoudiging en aansluiting op de wensen uit de markt.
Een opvallende beleidsoptie waarnaar wordt gekeken, is de invoering van een relatieve prijsgarantie. Hiermee zouden bewoners in wijken met een warmtenet de zekerheid krijgen dat hun warmtetarief gedurende een bepaalde periode niet hoger ligt dan het tarief voor aardgas of een warmtepomp. Dit moet de overstap naar collectieve warmte aantrekkelijker maken en onnodige investeringen in gas- en elektriciteitsnetten voorkomen. De uitwerking van deze prijsgarantie hangt af van de komende jaren, waarin meer inzicht wordt verkregen in de kostenopbouw en tariefregulering van collectieve warmtesystemen.
De eerste verbeteringen aan de WIS worden al in de nieuwe openstelling van dit jaar verwerkt; grotere aanpassingen volgen mogelijk in 2026. Voor ondernemers, gemeenten en warmtebedrijven biedt dit perspectief op meer maatwerk, snellere procedures en betere ondersteuning bij de realisatie van collectieve warmteprojecten.
Kortom, de overheid investeert stevig in de toekomst van collectieve warmte. Houd de ontwikkelingen rond de subsidieregelingen en de Wet collectieve warmte goed in de gaten – want de komende jaren ontstaan er volop nieuwe kansen die bijdragen aan een duurzaam en betaalbaar energiesysteem.